Vollezele
Start
: Tollembeek
Afstand
: 31 km
Bewgwijzering
: Knooppunten Vlaams-Brabant en Vlaamse Ardennen
GPS
: 1 Hernestraat Galmaarden,
DE
ROUTE :
08-98-65-06-78-03-04-01-37-07-08
De
westelijke uithoek van Vlaams-Brabant is voor veel Belgen en
Nederlanders onbekend terrein. Toch was dit stukje Pajottenland lange
tijd erg belangrijk. Het was het mekka van het Brabantse trekpaard.
Vanuit het kleine dorp Vollezele werden de viervoeters naar alle
uithoeken van de wereld geëxporteerd. Vandaag is het bekendste
exportproduct van de regio misschien wel de humor van Urbanus, die
zich in Tollembeek in alle rust voorbereidt op volgende grappen.
Precies die rust en stilte zijn de grootste troeven van deze streek.
Niet te verwonderen dat hier het eerste officieel erkende
stiltegebied van Vlaanderen ligt. Natuurlijke geluiden overheersen er
en dat is ideaal voor wie ontspanning zoekt op de fiets. Het traject
van deze fietstocht loopt uitsluitend over verharde wegen, die zich
slingeren door uitgestrekte weiden en akkers. Af en toe gaat het ook
stevig bergop, maar de mooie vergezichten doen die inspanningen
telkens weer meteen vergeten.
Op
de route :
--Brasserie
Adagio
--Café
Felix
--Café
La Luna
--Brasserie
In d'Oude Pompe
Prachtig
gelegen midden in een natuurgebied en dus erg geliefd bij wandelaars
en fietsers. Je kunt er terecht voor een drankje, een hongerstillende
snack of om uitgebreid te tafelen.
--Vollezele
Vóór
de kerk van Vollezele herdenkt een monument de Pajotse mijnwerkers.
Vollezele was ook het centrum van het Brabants trekpaard. In enkele
grote stoeterijen werd dit befaamde werkpaard gefokt. Vooral op het
einde van de 19e eeuw werden er tienduizenden dieren in het
buitenland verkocht. Het was een tijd van economische opbloei en dan
was extra paardenkracht op de akkers en in de industrie altijd
welkom. Vrachtwagens en tractoren zouden na de Tweede Wereldoorlog de
echte paardenkracht overbodig maken. Dit betekende ook het einde van
de commerciële paardenfokkerijen in Vollezele en in de rest van het
Pajottenland. In het oude gemeentehuis van Vollezele is er een klein
museum van het Brabants Trekpaard.
--Congoberg
Het is
een flinke klim naar de top van de Congoberg (105 m). Dit afgelegen
gehucht van Vollezele kreeg van de andere dorpsbewoners deze naam
omdat de toen armzalige huisjes bewoond werden door mensen die het
niet breed hadden. Alsof het de brousse of ‘de Congo’ was. Er
woonden vooral mijnwerkersgezinnen, waarvan de vaders en zonen elke
dag heen en weer spoorden naar het Henegouwse steenkoolbekken.
Inderdaad, werkvolk dat altijd met een zwart gezicht thuiskwam:
‘zeker ene van de Congoberg…’ Vergeet boven niet van de
schitterende vergezichten te genieten. Het panorama reikt vooral in
noordelijke richting erg ver. Hier spreidt het Pajottenland al zijn
troeven uit.
--Heetveldemolen
Kijk
voorbij 65 uit naar de zijweg Munkbaan. Die voert je naar de
Heetveldemolen. Hij is een van de acht overgebleven watermolens op de
Mark. Tot in 1996 was deze graanmolen in bedrijf. Daarna ging de
molenaar met pensioen, maar het waterrad zou op elk moment weer
opgestart kunnen worden. De site is sinds 2009 beschermd.
--Galmaarden
In
Galmaarden, landelijk gebleven tot nu, vind je nog talrijke oude
boerderijen en watermolens. Het glooiende Pajottenland met heuvels
tot meer dan 100 meter hoog en de groene vallei van de Mark bieden
uitstekende wandel- en fietsmogelijkheden. In het centrum van
Galmaarden is heel wat te zien: de classicistische Sint-Pieterskerk,
het Baljuwhuis en enkele woningen uit de 18de en 19de eeuw. Het
Baljuwhuis, een voormalige boerderij en brouwerij, is ingericht als
gemeenschapscentrum. De Sint-Pieterskerk werd gebouwd door de abdij
van Vorst die in Galmaarden eigendommen bezat. Het gehele marktplein
getuigt van een periode van voorspoed die de gemeente in vroegere
eeuwen heeft beleefd. Uit dezelfde periode dateert de graanwatermolen
op de Mark, even buiten het centrum. Rond de 16de-eeuwse laatgotische
Sint-Pauluskapel en de geklasseerde 18de-eeuwse Pauwelhoeve, in het
gelijknamige gehucht, vindt elk jaar, eind januari, de Pauwelviering
plaats, waarbij wordt herdacht dat het dorp ooit van de pest zou zijn
gered door Sint-Paulus. De blikvangers in deelgemeente Tollembeek
zijn de 19de-eeuwse Sint-Martinuskerk, het Urbanusbeeld en de
Wielantmolen. Die molen is gelegen op de weg naar de deelgemeente
Vollezele. Langs de Mark en op de grens met deelgemeente Galmaarden
ligt de oude kasteelhoeve en watermolen Heetvelde. In Vollezele werd
de Sint-Pauluskerk in de 18de eeuw gebouwd door de abdij van Vorst.
De toren heeft een eigenaardige kap en een peervormige naald. Het
waterkasteel Steenhault, op de grens met Oost-Vlaanderen, stamt uit
het midden van de 17de eeuw. Het huidige kasteel kreeg zijn uitzicht
en vorm in 1885. Vollezele was in de 19de eeuw en bij het begin van
de 20ste eeuw een centrum van paardenfokkerijen van het Brabantse
trekpaard. In het voormalige gemeentehuis werd daarover met foto's,
stamboeken en andere documenten een museum ingericht.
--Bever
Het
kleine dorp Bever ligt in het uiterste zuidwestelijke hoekje van het
mooie Pajottenland, de groene gordel tussen Zenne en Dender ten
westen van Brussel. Typisch voor deze streek is het zacht golvende
landschap, de vele beken met groene valleien en weidse vergezichten.
Bever is een uitgesproken agrarische gemeente; ze ligt in het gaafste
en rustigste stukje Pajottenland: de Markvallei. Je kunt er heel veel
lekkers proeven zoals ambachtelijk bereide kaas, fruitproducten en
chocolade. Bijzonder aan Bever is dat er nog net zoveel mensen wonen
als twee eeuwen geleden: 1 inwoner per ha om precies te zijn.
Absolute dorpsrust heerst er en dat zo dicht bij de hoofdstad.
Bijzonder is ook dat er geen straatnamen zijn, alleen namen van
wijken of buurten. Een goed bewaard gebruik uit de middeleeuwen. Tot
slot: dit is een faciliteitengemeente voor Franstaligen. In 1963 werd
Bever overgeheveld van Henegouwen naar Vlaams-Brabant.
--Herne
Het
Vlaams-Brabantse dorpje Herne pakt uit met de slogan 'Herne, het
groene kwadrant'. Daarmee verwijst de gemeente naar haar ligging in
het mooie Pajottenland en naar het landelijke karakter van het dorp.
Door het dorp stroomt het riviertje de Mark. Ook de deelgemeenten
Herfelingen en Sint-Pieters-Kapelle zijn overwegend landbouwdorpen.
De gemeente is een aantal interessante historische gebouwen rijk. De
Sint-Pieterskerk van Herne is een van de oudste gebouwen uit de
streek. De oudste delen van de kerk dateren uit de 11de eeuw. Het
13de-eeuwse koor is opgetrokken in Scheldegotiek. In de vroege 14de
eeuw werd in Herne een kartuizerklooster gesticht. Jan van Ruusbroek,
de befaamde mysticus uit het Groenendaalklooster in Hoeilaart, kwam
er ooit zijn leer uiteenzetten. Enkele watermolens op de Mark hebben
aan het klooster toebehoord. Verspreid over de gemeente liggen nog
talrijke 18de- en 19de-eeuwse boerderijen. De Sint-Pieterskerk van
Sint-Pieters-Kapelle bezit een oude, romaanse toren en een
classicistisch interieur. Uniek zijn de kruisweg van
schilder-beeldhouwer Constantin Meunier en de 14de-eeuwse Piëta. Ook
de prachtige kapel van Zeven Weeën is een bezoek waard. Op
pinkstermaandag kun je in Herne een van de grootste jaarmarkten van
België bezoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten