27.5.15

Vollezele


Vollezele

Start : Tollembeek
Afstand : 31 km
Bewgwijzering : Knooppunten Vlaams-Brabant en Vlaamse Ardennen
GPS : 1 Hernestraat Galmaarden,

DE ROUTE :

08-98-65-06-78-03-04-01-37-07-08


De westelijke uithoek van Vlaams-Brabant is voor veel Belgen en Nederlanders onbekend terrein. Toch was dit stukje Pajottenland lange tijd erg belangrijk. Het was het mekka van het Brabantse trekpaard. Vanuit het kleine dorp Vollezele werden de viervoeters naar alle uithoeken van de wereld geëxporteerd. Vandaag is het bekendste exportproduct van de regio misschien wel de humor van Urbanus, die zich in Tollembeek in alle rust voorbereidt op volgende grappen. Precies die rust en stilte zijn de grootste troeven van deze streek. Niet te verwonderen dat hier het eerste officieel erkende stiltegebied van Vlaanderen ligt. Natuurlijke geluiden overheersen er en dat is ideaal voor wie ontspanning zoekt op de fiets. Het traject van deze fietstocht loopt uitsluitend over verharde wegen, die zich slingeren door uitgestrekte weiden en akkers. Af en toe gaat het ook stevig bergop, maar de mooie vergezichten doen die inspanningen telkens weer meteen vergeten.

Op de route :

--Brasserie Adagio

--Café Felix

--Café La Luna

--Brasserie In d'Oude Pompe
Prachtig gelegen midden in een natuurgebied en dus erg geliefd bij wandelaars en fietsers. Je kunt er terecht voor een drankje, een hongerstillende snack of om uitgebreid te tafelen.

--Vollezele
Vóór de kerk van Vollezele herdenkt een monument de Pajotse mijnwerkers. Vollezele was ook het centrum van het Brabants trekpaard. In enkele grote stoeterijen werd dit befaamde werkpaard gefokt. Vooral op het einde van de 19e eeuw werden er tienduizenden dieren in het buitenland verkocht. Het was een tijd van economische opbloei en dan was extra paardenkracht op de akkers en in de industrie altijd welkom. Vrachtwagens en tractoren zouden na de Tweede Wereldoorlog de echte paardenkracht overbodig maken. Dit betekende ook het einde van de commerciële paardenfokkerijen in Vollezele en in de rest van het Pajottenland. In het oude gemeentehuis van Vollezele is er een klein museum van het Brabants Trekpaard.

--Congoberg
Het is een flinke klim naar de top van de Congoberg (105 m). Dit afgelegen gehucht van Vollezele kreeg van de andere dorpsbewoners deze naam omdat de toen armzalige huisjes bewoond werden door mensen die het niet breed hadden. Alsof het de brousse of ‘de Congo’ was. Er woonden vooral mijnwerkersgezinnen, waarvan de vaders en zonen elke dag heen en weer spoorden naar het Henegouwse steenkoolbekken. Inderdaad, werkvolk dat altijd met een zwart gezicht thuiskwam: ‘zeker ene van de Congoberg…’ Vergeet boven niet van de schitterende vergezichten te genieten. Het panorama reikt vooral in noordelijke richting erg ver. Hier spreidt het Pajottenland al zijn troeven uit.

--Heetveldemolen
Kijk voorbij 65 uit naar de zijweg Munkbaan. Die voert je naar de Heetveldemolen. Hij is een van de acht overgebleven watermolens op de Mark. Tot in 1996 was deze graanmolen in bedrijf. Daarna ging de molenaar met pensioen, maar het waterrad zou op elk moment weer opgestart kunnen worden. De site is sinds 2009 beschermd.

--Galmaarden
In Galmaarden, landelijk gebleven tot nu, vind je nog talrijke oude boerderijen en watermolens. Het glooiende Pajottenland met heuvels tot meer dan 100 meter hoog en de groene vallei van de Mark bieden uitstekende wandel- en fietsmogelijkheden. In het centrum van Galmaarden is heel wat te zien: de classicistische Sint-Pieterskerk, het Baljuwhuis en enkele woningen uit de 18de en 19de eeuw. Het Baljuwhuis, een voormalige boerderij en brouwerij, is ingericht als gemeenschapscentrum. De Sint-Pieterskerk werd gebouwd door de abdij van Vorst die in Galmaarden eigendommen bezat. Het gehele marktplein getuigt van een periode van voorspoed die de gemeente in vroegere eeuwen heeft beleefd. Uit dezelfde periode dateert de graanwatermolen op de Mark, even buiten het centrum. Rond de 16de-eeuwse laatgotische Sint-Pauluskapel en de geklasseerde 18de-eeuwse Pauwelhoeve, in het gelijknamige gehucht, vindt elk jaar, eind januari, de Pauwelviering plaats, waarbij wordt herdacht dat het dorp ooit van de pest zou zijn gered door Sint-Paulus. De blikvangers in deelgemeente Tollembeek zijn de 19de-eeuwse Sint-Martinuskerk, het Urbanusbeeld en de Wielantmolen. Die molen is gelegen op de weg naar de deelgemeente Vollezele. Langs de Mark en op de grens met deelgemeente Galmaarden ligt de oude kasteelhoeve en watermolen Heetvelde. In Vollezele werd de Sint-Pauluskerk in de 18de eeuw gebouwd door de abdij van Vorst. De toren heeft een eigenaardige kap en een peervormige naald. Het waterkasteel Steenhault, op de grens met Oost-Vlaanderen, stamt uit het midden van de 17de eeuw. Het huidige kasteel kreeg zijn uitzicht en vorm in 1885. Vollezele was in de 19de eeuw en bij het begin van de 20ste eeuw een centrum van paardenfokkerijen van het Brabantse trekpaard. In het voormalige gemeentehuis werd daarover met foto's, stamboeken en andere documenten een museum ingericht.
--Bever
Het kleine dorp Bever ligt in het uiterste zuidwestelijke hoekje van het mooie Pajottenland, de groene gordel tussen Zenne en Dender ten westen van Brussel. Typisch voor deze streek is het zacht golvende landschap, de vele beken met groene valleien en weidse vergezichten. Bever is een uitgesproken agrarische gemeente; ze ligt in het gaafste en rustigste stukje Pajottenland: de Markvallei. Je kunt er heel veel lekkers proeven zoals ambachtelijk bereide kaas, fruitproducten en chocolade. Bijzonder aan Bever is dat er nog net zoveel mensen wonen als twee eeuwen geleden: 1 inwoner per ha om precies te zijn. Absolute dorpsrust heerst er en dat zo dicht bij de hoofdstad. Bijzonder is ook dat er geen straatnamen zijn, alleen namen van wijken of buurten. Een goed bewaard gebruik uit de middeleeuwen. Tot slot: dit is een faciliteitengemeente voor Franstaligen. In 1963 werd Bever overgeheveld van Henegouwen naar Vlaams-Brabant.

--Herne

Het Vlaams-Brabantse dorpje Herne pakt uit met de slogan 'Herne, het groene kwadrant'. Daarmee verwijst de gemeente naar haar ligging in het mooie Pajottenland en naar het landelijke karakter van het dorp. Door het dorp stroomt het riviertje de Mark. Ook de deelgemeenten Herfelingen en Sint-Pieters-Kapelle zijn overwegend landbouwdorpen. De gemeente is een aantal interessante historische gebouwen rijk. De Sint-Pieterskerk van Herne is een van de oudste gebouwen uit de streek. De oudste delen van de kerk dateren uit de 11de eeuw. Het 13de-eeuwse koor is opgetrokken in Scheldegotiek. In de vroege 14de eeuw werd in Herne een kartuizerklooster gesticht. Jan van Ruusbroek, de befaamde mysticus uit het Groenendaalklooster in Hoeilaart, kwam er ooit zijn leer uiteenzetten. Enkele watermolens op de Mark hebben aan het klooster toebehoord. Verspreid over de gemeente liggen nog talrijke 18de- en 19de-eeuwse boerderijen. De Sint-Pieterskerk van Sint-Pieters-Kapelle bezit een oude, romaanse toren en een classicistisch interieur. Uniek zijn de kruisweg van schilder-beeldhouwer Constantin Meunier en de 14de-eeuwse Piëta. Ook de prachtige kapel van Zeven Weeën is een bezoek waard. Op pinkstermaandag kun je in Herne een van de grootste jaarmarkten van België bezoeken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten