13.9.14

Pieter-Geert-Buckinxroute


De Pieter-Geert-Buckinxroute

Start : Kerkplein Kortessem
Afstand : 36 of 18 km
Bewegwijzering : Zeskante bordjes

Deze route werd genoemd naar de dichter en letterkundige, die in 1903 te Kortessem werd geboren en er een groot gedeelte van zijn jeugd heeft doorgebracht.

Dit is golvend Haspengouw. Vertrekkend in Kortessem, verkennen we vervolgens: Vliermaalroot, Wintershoven,vanaf hier terug naar Kortessem is de verkorte route van 18 km
Vliermaal (het hoogste punt van de rit), Gors-Opleeuw, Guigoven en tenslotte weer Kortessem.

WAT KOMEN WE TEGEN

- Centrum van Kortessem

- De Sint-Pieterskerk
De Romaans-gotische Sint-Pieterskerk is een beschermd momument en één van de mooiste plattelandskerken in Zuid-Limburg.

- De Onze-Lieve-Hereboom
De Onze-Lieve-Hereboom zou volgens een inheems gebruik, omstreeks 800 geplant zijn op de grens van de heerlijkheden Kortessem en Wellen. In de 18de eeuw was deze zomereik een verzamel- en ontmoetingsplaats voor de bokkenrijders. Geteisterd door storm en ontij heeft deze boom heel wat hout verloren. Momenteel rest er nog een stukje schors en één tak van een natuurmonument wiens stamomtrek ooit de tien meter benaderde.

- Bekes
Bekes was eeuwenlang een klein agrarisch gehucht. Thans heeft het de allures van een pseudo-landbouwgehucht met, naast authentieke gevels in stijl- en regelwerk, ook neovakwerkbouw in diverse uitvoeringen.

- Het Kasteel Printhagen
Het kasteel van Printhagen, de zetel van de gelijknamige middeleeuwse heerlijkheid die in 1247 voor het eerst vermeld werd, is representatief voor de 17de-eeuwse Maasstijl. De bakstenen gevels zijn afgewerkt met speklagen, hoekkettingen, hoekblokken en kloosterkozijnen in mergelzandsteen. Opvallend is het hoge en spitse tentdak, bekroond met een polygonaal torentje. Met uitzondering van de zolderverdieping werden de kruisramen ca. 1760 verbouwd tot classicistische steekboogvensters in een arduinen omlijsting.
De hoevegebouwen dateren uit de 17de en 18de eeuw. Het complex heeft een U-vormig grondplan met een monumentaal poortgebouw dat geflankeerd wordt door een dienstgebouw met torentje (rechts) en het woonhuis met stallingen (links). De buitengeels van de neerhofgebouwen hebben een eerder gesloten uitzicht: de muuropeningen blijven tot spletige luchtgaten beperkt. Aan de erfzijde van het poortgebouw bevindt zich een duiventil: een bewijs van welstand en macht.

- De Luimertingenmolen
Deze voormalige graanwatermolen van het onderslagtype staat op de grens van Kortessem en Diepenbeek. Ze werd voor het eerst vermeld in 1293 en draaide voor het laatst op klassieke wijze (d.i. met waterkracht) in 1945. Nadien bleef ze door middel van een dieselmotor tot 1963 in gebruik. Zowel het buiten- als binnenwerk zijn thans volledig verdwenen zodat enkel nog de specifieke valleisite, de rechte molensloot en de kolk het molenverleden oproepen. Het gebouwencomplex, uitgevoerd in schilderachtig en authentiek stijl- en regelwerk, bestaat uit twee afzonderlijke delen.
Het voormalig molenhuis, thans woonhuis, staat haaks op de beek.

- De Valikhoeve
De 18de-eeuwse Valikhoeve is een vierkanthoeve in stijl- en regelwerk. Bij deze rustieke bouwstijl wordt een houten gebinte van balken, stijlen, schoren en regels opgevuld met een vlechtwerk van twijgen dat vervolgens met leem bestreken wordt. Het houtwerk wordt zwart geteerd, de lemen vullingen gewit.
Het is een landelijke bouwtrant waarin het gebruik van streekeigen bouwmaterialen optimaal tot uiting komt.
De dorpslegenden vertellen dat tijdens de Franse Revolutie, toen de kerken gesloten waren, in de Valikhoeve clandestien de mis gelezen werd.
- De Bombroekmolen
Deze graanwatermolen, voor het eerst vermeld in 1293, bleef tot 1955 operationeel. Het molenhuis, waarvan het onderslagrad intact bleef, is tot woning verbouwd. De bijgebouwen werden o.m. tot visrestaurant gerenoveerd. De bedding van de Mombeek werd ca. 1990 over een aanzienlijke afstand verplaatst ….. waardoor de Bombroekmolen een molen zonder beek geworden is!

- De Sint-Eligiuskerk
De parochiekerk van Vliermaalroot, gebouwd tussen 1864 en 1868, heeft twee patroonheiligen: Sint-Eligius en Onze-Lieve-Vrouw-ten-Hemelopneming. Vermits vliermaalroot tot 1839 een kapelanie van Vliermaal was, heeft het voorheen nooit een volwaardige kerk gehad.
Het huidig bakstenen gebedshuis leunt stilistisch aan bij de neo-Romaanse architectuur; sommige onderdelen vertonen echter duidelijke kenmerken van de neogotiek en het neoclassicisme. Ook het meubilair en de aankleding van het interieur zijn neo-Romaans en dateren uit de tweede helft van de 19de eeuw.

- Het Kasteel Jongenbos
Jongenbos wordt voor het eerst vermeld in 1380 als een Loons leengoed.
Het huidig neoclassicistisch kasteel dateert echter pas uit 1844-45 en werd gebouwd i.o.v. baron van der Meer. De gevels zijn opgetrokken in baksteen, vervaardigd uit ter plaatse ontgonnen klei. Hierdoor ontstond de vijver achter het kasteel terwijl het bestaande kasteelbos vrijwel volledig in de ovens van de tijdelijke steenbakkerij in rook opging. Dit landschappelijk verlies werd nadien met de aanplanting van een "jong bos" hersteld. Floristisch is het Jongenbos een eiken-haagbeukenbos met op de meest vochtige delen aanplantingen van canadapopulieren en de spontane ontwikkeling van elzenbroeken.

- Het Kasteel Ridderborn
Ridderborn wordt als Loons leengoed Rendelborn voor het eerst vermeld in 1361. Doorheen het smeedijzeren toegangshekken heb je een zicht op de achtergevel van het kasteel en de vroegere koetshuizen aan weerszijden van de inrit. Alhoewel het gebouw ongetwijfeld een oudere kern heeft, verwierf het zijn huidig Frans uitzicht in de eerste decennia van de 19de eeuw. In de gevels herken je immers meerdere sporen van het classicisme en de empire-stijl. De entourage van het kasteel bestaat uit een Franse tuin, een kasteelbosje en een Engels park met enkele exoten zoals een tulpenboom en een zijdeboom.

- De Sint-Pietersbandenkerk
Omstreeks het midden van de 7de eeuw werd op deze plek door Landoaldus en zijn gezellen een houten kersteningskerkje gebouwd. Van dit kerkje en het bijbehorend klooster bleven geen materiële resten bewaard. In de 11de eeuw versteende de kerk in Maaslands-Romaanse stijl; viervijfde van het eenbeukig schip dateert uit die tijd. De Neoromaanse vergroting van 1891-93, eveneens in keiharde silexsteen uitgevoerd, bepaalde echter het uitzicht en het volume van de huidige kerk die toen pas voor het eerst in zijn lange geschiedenis een volwaardige westtoren kreeg.
De voornaamste curiosa binnenin zijn uiteraard de relieken van de Wintershovense heiligen en ….. een uitrolbare preekstoel.

- De Sint-Annakapel
Deze kapel is één van de oudste en fraaiste kapellen van Groot-Kortessem. Reeds voor 1500 werd de H. Anna op deze plek aanbeden voor het bekomen van vruchtbaarheid allerhande. Deze kapel werd -zo staat te lezen op het Latijnse chronogram boven de deur- in 1812 hersteld i.o.v. de toenmalige eigenaars van de hoeve Schoonwinkel. Wellicht werd ze tijdens de Franse Revolutie vernield.
Architecturaal leunt de sint-Annakapel aan bij de Maasstijl. De gevels bestaan uit bak- en mergelzandsteen. In de buurt van deze kapel werden talrijke restanten van een Romeinse villa gevonden.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten